You have to add to cart at least 5 bottles or any program to make checkout.
Gepubliceerd: Augustus 23, 2019
Categoriën:
Cannabis Kweken
Biologisch cannabis kweken heeft meer betrekking op de voedingsbodem dan de planten zelf. Cannabisplanten groeien als onkruid als de kweekomstandigheden optimaal zijn. Licht, ofwel zon- of kunstlicht, water en voedingsstoffen, zijn daarbij de belangrijkste vereisten voor gezonde groei.
Cannabis die niet biologisch is gekweekt, heeft betrekking op kweekmethodes op basis van kunstmest dat aan de aarde is toegevoegd. Dergelijke mest is vaak afkomstig uit de petrochemische industrie en andere milieuonvriendelijke bronnen. Biologisch kweken is echter gebaseerd op natuurlijke voedingsstoffen. Denk aan compost, guano en andere meststoffen, kelp en zeewier, wormenpoep, verschillende meelproducten en steenstof.
Hoewel niet iedereen op een lijn ligt, zijn de meeste kwekers het er wel over eens dat biologische cannabis kwalitatief beter is. Niet alleen tijdens de groei- en bloeiperiode (biologisch gekweekte wiet is robuuster, plus minder vatbaar voor ziekteverwekkers en pestbeestjes), maar ook wat betreft de aromatische, harsrijke en sterke eindproducten.
Vanaf het begin aarde van goede kwaliteit gebruiken - grond die je regelmatig verrijkt met biologische materialen tijdens elke groeifase - voorziet in alle macro- en microvoedingsstoffen, mineralen, enzymen en aminozuren voor de beste prestaties. Goed onderhouden biologische potgrond verhoogt ook de natuurlijke weerstand van cannabisplanten. Daarbij biedt het een holistische bescherming tegen wortelpathogenen en aanvallen van bodem- en boomparasieten. En dat zonder toevlucht te hoeven nemen tot mensgemaakte vergiften.
Kweken in biologische aarde beschouwen we als "no-till farming". Hierbij laat je het medium met rust, met uitzondering van de toediening van supplementen. De aarde onverstoord laten, stelt kolonies van nuttige micro-organismen in staat een rijk en gezond bodemvoedselweb te vormen. Omspitten en gaten graven verstoort deze kolonies, waarmee je terug bent bij het begin. No-till farming verbetert de bodemgezondheid en efficiëntie na verloop van tijd. En zo presteren planten op dezelfde kweeklocatie elk jaar beter en beter.
Compost is de basis voor hoogwaardige biologische aarde. Composteren wil zeggen dat je biologisch afvalmateriaal laat omzetten in een koolstof- en stikstofrijk medium. Het maken van je eigen compost is een goede manier om een basis voor biologische kweek te leggen. Eenmaal geamendeerd met ander cannabisvriendelijk materiaal, heb je de ultieme kweekaarde. Aarde met een gezonde mix van voedingsstoffen en andere voordelige amendementen, om een plant gedurende haar gehele leven te ondersteunen.
Compost is een evenwicht van stikstofrijk (nat of groen) en koolstofrijk (droog of bruin) biologisch afval dat men laat composteren. De ideale ratio is 1:30.
Bronnen voor stikstof of groenafval:
• Groente-, salade- en fruitkliekjes
• Koffieprut
• Eierdoppen - bij voorkeur gepulveriseerd tot poeder
• Notendoppen - bij voorkeur gepulveriseerd tot poeder
• Vogelveren
• Haar
• Thee en theezakjes - zonder theetouwtjes en nietjes
• Oudbakken of schimmelige broodproducten
• Dierenmest - van kippen, vogels, vleermuizen of viervoeters (bij voorkeur niet van een paard en beslist geen honden- en kattenpoep)
Bronnen van koolstof of droog afval:
• Stro
• Droge bladeren
• Droge alfalfa of klaver
• Houtig plantenknipsel - idealiter versnipperd of vermulchd
• Versnipperde papierproducten - geen glimmend papier of ribbeltjeskarton
• Zaagsel - in kleine hoeveelheden; dennenhout-zaagsel raden we af
Een composthoop heeft behoefte aan zuurstof, omdat nuttige bacteriën en andere micro-organismen die de afbraak voor hun rekening nemen aerobisch zijn. Niet genoeg lucht bevordert anaerobe activiteit en reduceert het voedingsstoffen- en mineralengehalte van de eindcompost. Ook gaat het dan slecht ruiken.
Een composthoop maak je bijvoorbeeld onder een tarp in een tuinhoek. Het is ook mogelijk een composter te kopen in een ijzerwarenwinkel of een driezijdige omheining te maken. Als je voor dit laatste kiest, zorg er dan voor dat er genoeg lucht in komt. Betonblokken of bakstenen aan de zijkanten genereren bijvoorbeeld een doorlatende wand. Een simpele cilinder gemaakt van kippengaas klaart echter ook de klus.
Om de staat van je compost te bepalen, is het goed om te zien hoe nat de mix is. Dit varieert van seizoen tot seizoen en is afhankelijk van de temperatuur. Als de compost maden bevat, is het te nat. In dat geval zou je meer droog materiaal moeten toevoegen. Soms zitten er ook grotere larven in, zoals zaagvlieglarven, maar die zijn oké. Deze overlijden namelijk en composteren als je de compost husselt. Bovendien voeg je hiermee chitine aan de compostmix toe.
Ook als de compost gemeen ruikt, alsof het rot, is het te nat en zou je er droog materiaal aan moeten toevoegen. Werk de mix ten minste eenmaal wekelijks door. Het verdient echter de voorkeur dat elke drie dagen te doen, zodat de hele hoop met koolstof verzadigd raakt. Als je een wit dons ziet verschijnen, is dat geen probleem. Actinobacteriën zijn namelijk nuttige bacteriën en een signaal dat je composthoop gezond is.
Compost hoef je niet meteen in een grote partij te maken; voeg er steeds wat aan toe. Maak vrienden met plaatselijke restaurants en cafés om toegang te verkrijgen tot hogere kwantiteiten rauwe materialen als je het groots wilt aanpakken. Of bouw compost op uit het keukenafval van familieleden en vrienden.
1. Zorg voor een 10cm dikke laag koolstof of droog materiaal als startlaag voor de hoop. Niet-geëxpandeerd kokosvezel werkt ook goed.
2. Voeg een 10cm dikke laag stikstof of nat materiaal toe. Als je eerder gecomposteerd hebt, doe dan reeds verteerde compost bij dit laagje als aanjager voor micro-organismen. Wanneer dit je eerste composthoop is, voeg dan wat alfalfameel, gefermenteerd zeewier of bloed- en beendermeel toe. Dit trekt de nuttige micro-organismen aan die het verteringsproces op gang brengen.
3. Herhaal deze lagen, tot je een kuub van uiteenlopend materiaal hebt. Een hoop van die grootte genereert genoeg warmte om alle meuk te steriliseren.
4. Werk de compost ten minste eenmaal per week door, idealiter elke drie dagen. Te vaak doorwerken brengt echter schade toe aan de nuttige bacteriën en laat vitale warmte ontsnappen uit de hoop.
5. Compost heeft 3-6 maanden nodig om totaal af te breken, maar dat hangt van de weersverwachting af. Met warm weer gaat het sneller en met lagere temperaturen langzamer. Als het de eindstreep bereikt heeft, is het licht en rul en ruikt het rijk, zoet en aardachtig. Goede compost comprimeert tot een bal indien je erin knijpt en valt probleemloos uiteen als je het aanraakt.
Als je op je gemak huiselijk afval aan je composthoop toevoegt, gelden gelijksoortige regels. Elke keer dat je de hoop bezoekt om wat nat afval toe te voegen, doe je er ook een handvol droog materiaal bij. Spit vervolgens elke drie dagen de hoop door, om een goede oxygenatie te verzekeren.
6. Indien er niet meer bij past, is het mogelijk met een nieuwe hoop te beginnen, maar werk je de bestaande nog altijd elke drie dagen door. Na 3-6 maanden is de compost klaar voor gebruik en is de cyclus steeds weer te herhalen. Je realiseert zo een vastlegging van koolstof.
Als je dit naar een hoger niveau wilt tillen; in de trommel van een oude wasmachine past 70 liter en deze is bovendien rondom geperforeerd voor zuurstofpenetratie. En in een oude koelkast die op haar rug ligt, past vaak wel 100 liter. Bovendien zijn koelkasten geïsoleerd tegen de kou.
Als je de zaken wat wilt verfijnen als je composthoop eenmaal klaar is, voeg je wat wormen toe en laat je ze ten minste drie maanden werk verrichten. Het eindproduct is rijk aan biobeschikbare enzymen, mineralen, voedingsstoffen en humuszuur, en bestaat voor meer dan 50% uit humus. Wormen verwijderen ook gifstoffen en schadelijke pathogenen uit de mix.
Het is altijd ook nog nodig de aardemix te infuseren met compost. Wijdt dus een aparte hoop aan de wormen en een hoop aan de aarde als je klaar bent voor je kweek.
Nu je goede biologische compost hebt - en wellicht een berg wormenpoep - is het tijd om dat te verwerken in een biologisch kweekmedium van topkwaliteit.
Het volgende recept is een variant op dat waarmee Subcool beroemd is geworden, de bekende wietnerd. Aan het eind tref je andere aanbevolen amendementen aan voor prestatieverbetering. Het basisrecept is meer dan voldoende voor excellente prestaties, maar die kleine extraatjes verbeteren vaak de weerstand en de prestatie van de plant. Je hebt nodig:
• 100kg basiscompost
• 25kg wormenpoep
• 250g Azomite (of een ander soort lavameel)
• 150g magnesiumsulfaat
• 100g mycorrhiza
• 1kg vleermuizenmest
• 250g dolomiet
• 25 humuszuur-poeder
• 1kg bloedmeel
• 1kg beendermeel
• 500g fosfaatgesteente
• Afdekzeil of kinderbadje
• Shovel of schep
• Grote emmers voor het fermentatieproces - afvalemmers, verrijdbare (afval)emmers, enzovoorts.
Na het fermenteren:
• Kokosvezel
• Mengsel voor beluchting - perliet of puimsteen
Dit recept is schaalbaar, dus met wat omrekenen is de hoeveelheid groter of kleiner te maken.
1. Kieper een derde van de basiscompost en een derde van de wormenpoep op je mengplaats.
2. Gooi het Azomite (lavameel), magnesiumsulfaat, dolomiet, humuszuur en de mycorrhiza erbij. Werk de boel goed door.
3. Voeg nog een derde van de basiscompost toe. Goed doorwerken.
4. Voeg het bloed- en beendermeel toe. Goed husselen.
5. Voeg het restant van de basiscompost toe.
6. Voeg de vleermuizenmest en het fosfaatgesteente toe. Meng het nog eenmaal goed door, zodat alles goed omgewoeld is.
7. Schep het mengsel in de emmers en voeg 10 liter water toe aan elke 70 liter van de mix. Luchtdicht afsluiten en minimaal 30 dagen wegzetten op een warme locatie, eventueel in de volle zon. Dat bevordert de ontwikkeling van nuttige micro-organismen. Je bent vervolgens klaar om te kweken.
8. Dit mengsel is geconcentreerd. Als het gebruiksklaar is, meng je het met gelijke delen geëxpandeerd kokosvezel en beluchtingsmateriaal. Dat voorkomt verbranding van jonge planten, plus het zorgt voor een belucht en doordringbaar aardemengsel dat voedt en waterbeweging en luchtpenetratie bevordert.
Voor extra prestaties, is het mogelijk deze additieven aan de aardemix toe te voegen als je genoeg poen hebt:
• Neemcake: zorgt voor fertilisatie en weerstand tegen pathogenen
• Alfalfameel: onovertrefbare bron van stikstof en spoordelen
• Klavermeel: excellente bron van stikstof en spoordelen
• Vulkanische steenstof: stimuleert microbiële activiteit; rijke bron van mineralen
• Schaaldiermeel: rijke bron van calcium
• Kelp- en zeewiermeel: mineralen, voedingsstoffen en hormonen
• Palagoniet: zorgt voort kationenomwisseling en gaat uitloging van voedingsstoffen tegen
• Silica-steen-poeder: bindt aan zware metalen, stimuleert voedingsstoffenopname en gezonde celdeling, terwijl het pestbeestjes afschrikt
• Zeoliet: absorbeert en houdt voedingsstoffen vast en geeft ze naar behoefte af; verbetert de kationenomwisseling
• Mout: bevat enzymen die de microbiële activiteit stimuleren
• Gefermenteerde aloë vera: bevat het groeihormoon salicylzuur en geeft enzymatische en microbiële activiteit een boost
Het biologisch laten kiemen van cannabiszaadjes gaat net zo in z'n werk als om het even welke methode. Als je zaden blootstelt aan vochtigheid, spoor je ze aan om te gaan groeien. Ze hebben daarbij voldoende voedingsstoffen in hun pelletje om een penwortel, zaadlobben en het eerste setje ware bladeren aan te maken, voordat ze voedingsstoffen uit de omgeving nodig hebben. Ontkiemen buiten het kweekmedium is een simpele manier om de levensvatbaarheid van het zaad veilig te stellen.
De drie meest toegepaste technieken voor de ontkieming bij het kweken van cannabis zijn: rechtstreeks in het kweekmedium, de techniek met het borrelglaasje en de methode met de papieren zakdoekjes.
Rechtstreeks in het kweekmedium
Er zijn een paar variabelen om te overwegen als je rechtstreeks in de aarde plant. Sommige kwekers prefereren in kleinere potten te planten en te verpotten als de cannabisplanten uitdijen. Anderen kiezen ervoor de cannabis rechtstreeks in een grote pot te zetten, waar ze haar hele leven in blijft. Gebruik hierbij een zaadmengsel in kleinere potten of prepareer een klein gebied met dit mengsel in het midden van een grote pot, gevuld met biologische aarde. Dit voorkomt dat jonge plantjes te maken krijgen met verbranding van voedingsstoffen en geeft ze wat tijd om zich te ontwikkelen alvorens ze in een medium terechtkomen dat rijk is aan voedingsstoffen.
1. Bevochtig het gebiedje waar je het zaadje plant, maar doordrenk het niet.
2. Maak een klein gaatje, zo diep als tot aan je tweede vingerkootje.
3. Stop een pluk mycorrhiza in het gaatje en bedek het met aarde, maar niet helemaal; houd een gaatje van 1cm diep over.
4. Doe het zaadje in het zaadgaatje en bedek dat lichtelijk met vochtige aarde.
5. 3-7 dagen later piept er een klein plantje tevoorschijn en begint ze met groeien.
De methode met het borrelglaasje
1. Doe de zaden in een glas met een beetje water.
2. Binnen 36-48 uur splijt het zaadje open en komt het puntje van de penwortel tevoorschijn. Laat zaadjes niet langer dan 48 uur in het water, want dan verdrinken ze vaak.
3. Volg dezelfde stappen als bij het rechtstreeks in de aarde planten als je zaadjes hebben aangetoond dat ze levensvatbaar zijn.
De papierenzakdoekjesmethode
1. Leg een papieren zakdoekje op een bord en bevochtig het, maar maak het niet te nat.
2. Leg je zaadjes op het bevochtigde zakdoekje en bedek dat met een ander vochtig papieren zakdoekje.
3. Bedek het bord met een ander bord of schuif het in een plastic zak en zet het hele gebeuren weg op een donkere, koele locatie.
4. Check om de 24 uur.
5. Als de zaden opengebarsten zijn en de penwortel te zien is, volg je dezelfde stappen als bij het rechtstreeks in de aarde planten.
Indien je niet rechtstreeks in de aarde plant en de penwortel snel tevoorschijn piept en te lang wordt of als de zaadlobben nog beschut in het zaadschilletje zitten, ga dan voorzichtig te werk. Zonder de wortel aan te raken, verdiep je het gaatje en doe je het worteltje er verticaal in; hervul het gat terwijl je het opkomende plantje rechtop houdt. Als de zaadlobben tevoorschijn zijn gekomen - die zijn geel, want er heeft nog geen fotosynthese plaatsgevonden - wees dan ook voorzichtig. Deze breken namelijk makkelijk. Ze kleuren binnen 24 uur groen en de groei continueert daarbij. Zulke babyplantjes beginnen langzamer te vegeteren, maar worden toch gezonde planten. Er gaan slechts een paar groeidagen verloren.
Indien het tapworteltje het zaadschilletje pas heeft opengebroken, is het voldoende om het zaadje in het gaatje te leggen. Het zaadje roteert uit zichzelf in de grond om de wortels naar beneden te leiden en nieuwe groei naar het licht toe te brengen. Planten groeien zelden de verkeerde kant op.
Jonge planten laten zich makkelijk overbewateren, vooral wanneer je ze rechtstreeks in een grote pot plant. Babyplantjes krijgen voldoende water als je ze benevelt met een plantenspuit. Als je zaailingen benevelt, spuit er dan een paar keer naast; dit is vaak genoeg voor de vroege groei.
Het is ook mogelijk een oogdruppelaar of pipet te gebruiken om de hoeveelheid water te controleren dat naar de wortelzone gaat. Geef water om de opkomende bladeren heen en voer dat elke waterbeurt op, naarmate de plant groeit. Het is beter om niet direct bij de steel te bewateren om de laterale expansie van de wortels aan te moedigen.
• Binnenkweek: Houd jonge plantjes warm en goed gehumificeerd. Propagatoren uit de winkel die een doorzichtig koepeldeksel hebben - of een doorzichtige door de helft gesneden plastic fles die je omgekeerd over de plant plaatst - genereren de ideale condities voor babyplantjes. Start de vroege groei onder fluorescentielampen gedurende 1-3 weken of tot het eerste setje zevenvingerige blaadjes tevoorschijn komt en verplaats de planten dan naar grotere potten die gevuld zijn met de kweekmix, onder een hoger wattage kweeklampen.
• Buitenkweek: Houd jonge plantjes uit het directe zonlicht door ze van wat schaduw te voorzien. Bijvoorbeeld onder een afdakje, een laken of een boom. Zodra de planten hun eerste setje zevenvingerige bladeren hebben aangemaakt, verpot je ze naar hun uiteindelijke groeilocatie. Doe een theelepeltje mycorrhiza in het geprepareerde gaatje voordat je verpot en geef daarna water.
Als de planten eenmaal begonnen zijn met goed groeien, is het tijd om ze hun eerste nuttige overenting te geven. Afhankelijk van het merk, gaat het hier om trichoderma, mycorrhizae, lactobacillus of andere voordelige bacteriën en fungi. Deze organismen gaan een symbiotische relatie aan met de wortels en verbeteren de algehele prestatie van de plant aanzienlijk.
Als de planten eenmaal goed aangeslagen zijn, krijgen ze de smaak voor het biologische aardemengsel dat je samengesteld hebt goed te pakken en zetten ze een tandje bij. Cannabis is een snelgroeiende eenjarige plant die hoge eisen aan voedingsstoffen stelt. De huisgemaakte superaarde voorziet haar van voldoende voedingsstoffen voor de vroege groei voordat ze aanpassingen nodig heeft voor het bloeien.
• Binnen: De groeiperiode duurt waarschijnlijk niet langer dan 4 weken. Het voedingsstoffenrijke aardemengsel heeft geen aanpassingen nodig tot dag 45-60 van de totale groeiperiode.
• Buiten: De groeiperiode is langer, over het algemeen 3-5 maanden, en planten worden veel groter. Daarbij zijn aanpassingen nodig na een vegetatieve periode van 3 maanden en nogmaals na een groeitijd van 5 maanden. Vaak gebruikte supplementen tijdens de groeiperiode buiten:
• Gecomposteerde kippenmest
• Vleermuizenmest
• Alfalfameel
• Wormenpoep
• Mout
• Combinatie van steenstof
• Silicapoeder
• Standaardcompost
• Geef geregeld water en houd rekening met de nat-droog-cyclus. Als het kweekmedium binnenshuis droog is als je je vinger er tot je tweede vingerkootje in prikt, is het watergeeftijd. Voor planten die buiten in een perkje groeien, doe je er verstandig aan een watermeter te gebruiken om het vochtgehalte accuraat vast te stellen.
• Bewater om de twee weken met een speciaal fungus- en bacterieel entmiddel.
• Bespuit om de twee weken de bladeren met een natuurlijk insectenwerend middel, zoals neemolie.
• Bewater eenmaal wekelijks met verdunde compostthee of enzymrijke vloeistoffen, zoals gefermenteerde aloë vera of moutextract.
Voor het bloeiproces zijn minder stikstofrijke aanpassingen vereist en meer fosfor en kalium. Ideale bronnen zijn:
• Vleermuizenmest
• Potas
• Kelp-meel
• Fosfaatsteen
• Greensand (ontgonnen uit prehistorische gefossiliseerde zeebeddingen)
• Binnen: Voeg twee eetlepels gemengde aanpassingen toe van dag 45 t/m 60, afhankelijk van de behoeften van de cannabisvariëteit die je kweekt. Herhaal dat halverwege de bloeiperiode.
• Buiten: potten van 50 liter zou je een kopje gemengde aanpassingen onder de mulch moeten geven tijdens de voorbloei en vervolgens nog eenmaal halverwege de bloeiperiode. Grote onbeteugelde planten in plantenbedden hebben 10-20 liter per plant nodig, gelijkmatig verdeeld over het hele plantenbed.
Het bijvoeden met compost en wormenpoep houdt de aarde in alle situaties ook brokkelig en biedt de noodzakelijke voedingsstoffen.
• Compostthee
1. Vul een emmer van 20 liter met ontchloord water. De makkelijkste manier om water te ontchloren is door het 24 uur aan de omgevingslucht bloot te stellen.
2. Doe 2 kopjes compost in een doorlatende zak en hang die in de met water gevulde emmer.
3. Gebruik een luchtsteen en laat 24-36 uur lucht door het water bubbelen.
4. Als het uiteindelijk klaar is, los je 1 deel compostthee op in 15 delen water.
5. Direct gebruiken. Niet meer toepassen na meer dan zes uur; het blijft niet langer goed en wordt mogelijk giftig.
• Enzymrijke vloeistofmengsels
Er zijn een paar nuttige enzymrijke vloeistofmengsels zelf te maken. De onderstaande suggesties maak je eenvoudig met vers geoogste bladeren van aloë vera, gemout gerst of gemout graan.
1. Om graan of koren te vermouten, dompel je hiervan een kopje onder water tot de zaadstaartjes tevoorschijn komen - of je scoort gewoon wat mout, dat hoef je niet te weken.
2. Afgieten en volledig uit laten drogen.
3. Gebruik een blender om van het mout poeder te maken.
4. Kieper het poeder in een emmer van 20 liter, gevuld met chloorvrij water.
5. Pak de luchtsteen erbij en laat de boel 24 uur borrelen.
6. Zeef het mengsel en breng het direct op de aarde aan.
Deze methode is hetzelfde voor aloë vera, alleen verpulver je daarbij een paar verse bladeren en doe je de plantaardige gel in het water om het te laten te bubbelen.
Er bestaan diverse bladapplicaties die veilig te geven zijn tijdens de groeiperiode. Verspreid de timing zo, dat je groeiboosters als compostthee, aloë vera of zeewier- en vis-emulsie de ene week toebrengt en neemolie de andere week.
Biologisch kweken is vrij eenvoudig, maar vergt wel wat oefening. Je bent echter vast verrukt van de resultaten als de planten groeien en uiteindelijk de cannabis gaat consumeren. Het oogstgewicht valt wellicht iets tegen als je het vergelijkt met een zuiver hydroponische chemische kweek, maar de kwaliteit maakt veel goed.